23-10-2018 Similia similibus currentur

Oftewel: het gelijkende met het gelijke genezen. Dat is de kern van de homeopathische geneeskunde, waarover Sonja Obbink, homeopathisch arts, ons vanmorgen aan de ontbijttafel iets vertelt. De Duitse arts Samuel Hahnemann (1755-1843) was er de grondlegger van. ‘Deze vorm van geneeskunde is dus al tweehonderd jaar oud,’ vertelt Sonja, ‘maar nog altijd actueel en springlevend!’

Verstoring

De homeopathisch arts definieert ziekte als een verstoring van de energiestroom. ‘Een voorbeeld is als je je stoot,’ verduidelijkt Sonja, ‘dan krijg je een blauwe plek en dan begint er een herstelproces. In een dood lichaam gebeurt dat niet.’ Ander voorbeeld: als je heel erg schrikt, slaat je hart op hol. Iedereen kan dat voelen. Het lichaam spant zichzelf in om de normale verhoudingen te herstellen – je merkt dat doordat je je ziek voelt.

Energiestroom herstellen

Vervolgens legt Sonja uit dat ziekte veroorzaakt kan worden door een bacterie of een virus. Bacteriën en virussen hebben we allemaal bij ons; zij kunnen toeslaan als onze energiestroom verstoord raakt. De ‘gewone’ of allopathische geneeskunde bestrijdt de bacterie of het virus, maar daarmee is de energiestroom nog niet hersteld. Dat is waar de homeopathische geneeskunde zich op richt.

Consult

Een eerste consult bij een homeopathisch arts duurt ongeveer een uur. De dokter wil haar of zijn patiënt goed leren kennen, om zo gericht mogelijk te kunnen zoeken naar de verstoring. Waarom of waardoor is de patiënt zo uit balans geraakt? ‘We kijken naar de hele mens,’ zegt Sonja, ‘jij bent niet alleen je zere voet of je ontstoken huid.’ Het homeopathische geneesmiddel dat de dokter dan voorschrijft, bestrijdt niet de symptomen, maar geeft het lichaam een prikkel om een genezingsproces in gang te zetten. ‘Genezen betekent: de ziekte naar buiten brengen; er is vrijwel geen enkele aandoening waarmee je moet leren leven.’

Schudden

Homeopathische geneesmiddelen staan regelmatig ter discussie. Het is zo sterk verdund, wordt dan gezegd, het kan niet werken. ‘De praktijk laat iets anders zien,’ stelt Sonja, ‘bovendien zijn de middelen niet alleen in een bepaalde mate verdund, je moet ze bovendien krachtig schudden.’ De moleculen in het middel reageren daarop. Dat dit echt zo is, verduidelijkt Sonja met foto’s van bevroren watermoleculen. Het water werd, voor het werd bevroren, een tijdje in een ruimte gezet waar muziek klonk. Water dat Het Zwanenmeer ‘hoorde,’ bevriest heel anders dan het water dat in een zaaltje stond waar de tango werd gedanst!